Gedicht Willem Tjarda Starkenborgh nieuwjaarsdag 9 jaar

Verhalen van de conservator

Een nieuwjaarswens uit het verleden

Verhalen van de conservator 2025

Een nieuwjaarswens uit het verleden

Terwijl we ons allemaal bezighouden met onze goede voornemens voor 2025, zou de conservator jullie graag nog even inspireren met een voornemen uit de 19e eeuw. Op 1 januari 1833 presenteerde de 9-jarige Willem Tjarda van Starkenborgh Stachouwer dit poesbrave gedicht – een wenskrans of wensgedicht, zoals men dat in die tijd noemde – aan zijn ouders.

 

Mooi bericht van de conservator Lisa Witte. Terwijl we ons allemaal bezighouden met onze goede voornemens voor 2025, zou Lisa u graag nog even inspireren met een voornemen uit de 19e eeuw. Op 1 januari 1833 presenteerde de 9-jarige Willem Tjarda van Starkenborgh Stachouwer dit poesbrave gedicht – een wenskrans of wensgedicht, zoals men dat in die tijd noemde – aan zijn ouders. In die tijd was het een geliefde traditie om schoolkinderen op de eerste dag van het nieuwe jaar een gedicht voor te laten dragen aan hun ouders, waarin ze dankbaarheid toonden en ze beloften zich goed te gedragen. Het blijft natuurlijk de vraag hoe goed de jonge Willem deze belofte heeft opgevolgd. Zijn wenskrans is in elk geval goed bewaard gebleven.

 

"Hoogejaren, vreugd en voorspoed,
schenke u de goede god,
wat met recht geliek kan heeten,
meng bij en geheel uw lot.
Dat de deugd u steeds versiere,
die ons duurzaam heil bereid,
dat ik u na kan streven,
langs het pad der zaligheid."

 

Willem's vader Edzard was burgemeester van Leens. Zo’n tien jaar eerder verkocht hij borg Verhildersum aan de notaris Hendrik van Bolhuis. Daarnaast liet hij in 1831 de borg Borgweer in Wehe afbreken en verving deze door het nieuwe huis Weerborg, dat in 1832 werd voltooid. Hier werd het nieuwjaar van 1833 gevierd.

Gedicht

1 januari 1833 presenteerde de 9-jarige Willem Tjarda van Starkenborgh Stachouwer 

Print Email Pinterest Linkedin Twitter Facebook