Belevenissen op de borg | Ontroering
Belevenissen op de borg| Ontroering
Kleny Bimolt maakt van alles mee als suppoost in de borg Verhildersum. Zij deelt haar belevenissen graag met u. Eerder was Kleny Bimolt vaste columnist van Nieuwsblad van het Noorden. Vanaf heden verzamelen we de columns die zij schrijft tijdens haar werkzaamheden bij Verhildersum.
Ontroering
Ik sta in de bijkeuken van de Borg de prinsessenjurkjes en ridderpakjes voor kinderen te ordenen. Een oude dame trekt me aan mijn vest. Ze komt juist uit de keuken. "Mevrouw, dit grijpt mij aan." Ik kijk haar verbaasd aan. "Hoe zo mevrouw?" Ik zet haar bij de informatietafel op een stoel neer en laat haar vertellen.
Ze komt uit de Randstad."Ik ben in veel kastelen geweest. Onlangs nog in kasteel De Haar. Heel groot, heel mooi en super deftig. Alles staat op z'n plaats, geen rommelig plekje te zien. Daardoor zo steriel, doods!
Maar uw kasteel Verhildersum is klein en zo lief!" Ze slikt een paar keer. Haar handen trillen. "Als ik hier mijn ogen dichtdoe zie ik de kindertjes spelen, de dienstmeisjes in de keuken zitten te breien. Kijk naar het breiwerkje, lekker slordig op de keukentafel. De stoelen op praatwijdte, stoofje onder de voeten.
Ze kletsen, kopje koffie erbij met een krakeling. Zo echt! Je ruikt bijna de koffie."
Ze glimlacht en vertelt dan over haar eigen jeugd.
"We hadden het goed. Kenden geen armoede. Toen ik daarstraks bij de woonkamer was kreeg ik een soort visioen. Ik ben echt niet zweverig hoor, maar even was ik terug naar die tijd. Het poppenwagentje met die pop, de knikkers van klei, de blokkendoos, de bikkels, kinderboekjes slordig opengeslagen op de grond." Ze pakt opeens mijn hand beet. "Och mevrouw, ik heb weer dat mooie jurkje aan, hetzelfde als mijn pop, strikken in het haar. Mijn vader zit achter zijn bureau te schrijven, mamma borduurt bij de kachel..."
Ze laat het even op zich inwerken. De blik op oneindig.
"Kijk, dat gevoel miste ik in al die andere kastelen. Hoe mooi ze ook zijn. Hier krijg ik die warme gevoelens van toen weer. En dit brengt mij een beetje van mijn stuk. Dat ontroert mij zo." Ze staat moeizaam op. Ik loop met haar mee. De kelder durft ze niet in. "Daarover vertellen de anderen mij straks wel. Ik kijk hier nog even rond."
Ze loopt weer naar de Grote Zaal. Daar ploft ze neer op een van de banken. Ik houd haar in de gaten.
Met de ogen dicht, een glimlach op haar gezicht, haar tasje op schoot, is ze opnieuw terug in de tijd.
Een ongelooflijke gewaarwording, waar ook ik een beetje ontroerd door raak.