Verhildersum opent met Geurt Busser
Uit Liefde, dat is de titel van de tentoonstelling. Geurt Busser schildert dan ook uit liefde voor de natuur en het wad. Zijn kunst is een ode aan de schoonheid van het Waddengebied in prachtige aquarellen. De rust, de ruimte en de weidsheid van de Waddenzee en het natuurlijke licht boven een open horizon zijn de steekwoorden die kenmerkend zijn voor de schilderijen van de waddenschilder Geurt Busser, waarmee hij landelijk en internationaal faam verwierf. Grote werken, geschilderd op zijn boot of vanuit de vrachtwagen. Naast de aquarellen maakt Geurt Busser ook kleine landschapjes in Oost Indische inkt; met enkele lijnen zet hij zo de Waddenzee of de Noordpolder treffend neer.
In het Koetshuis toot hij de laatste werken die hij maakte van het Reitdiep. Daar zal hij met zijn bootje niet meer kunnen aanleggen om te schilderen, sinds de regels voor ankeren er strenger zijn gemaakt.
Geurt Busser
Geurt Busser, geboren in 1947 in Leeuwarden, groeit op bij zijn pake en beppe op een boerderij op het Friese platteland, met koeien en Friese paarden. De school kan hem niet echt bekoren, daar moet hij ‘dode kennis leren die bedoeld lijkt om elkaar en de wereld te imponeren, verbeteren, overtreffen en beheersen. Als compensatie voor zwakte, twijfel en onrust. Ik doe niet mee en weet nooit wat ik wil worden’.
In 1965 ging hij naar de kunstacademie, waar hij in 1967 de eerste aquarellen buiten maakte. Dan staat het leven van de Waddenschilder in dienst van het buiten schilderen van landschappen met waterverf. En plein air, oftewel ‘ien boetn’, waarbij hij probeert de ziel van het gebied te doorgronden en weer te geven.
Vanaf 1973, als hij in Warffum komt wonen, schildert hij het Hogeland. Een Groninger wil ver kijken. Een prachtig land dat in duizenden jaren bewoning natuurlijk is gegroeid en veroverd op de zee. Hij vecht voor een gaaf Groninger landschap, tegen overmaatse windmolens en bodemdaling, en voor een ongerept wad. ‘Ik schilder uit liefde voor het leven, de wereld en het landschap’.
‘Reken maar dat ik mijn beste werk nog ga maken, in weer en wind.’